zondag 23 december 2018

Vakbond en neoliberalisme

Gewijzigde blog . Vervangt 'De vakbeweging: strategienotities' uit oktober 2018

Direct naar de webpublicatie:  'Vakbond en neoliberalisme' ? Klik hier 


Ik zag uit naar de publicatie ‘Positie en strategie vakbeweging’. Een boekje,  bestaande uit dertien artikelen, inleidingen en discussiebijdragen. Uitgegeven door het Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging, de Burcht.  De bundel is het product van de conferentie ‘Wetenschap en vakbeweging’ in november 2016, en van enkele vervolgbijeenkomsten. 
Hoe relevant is zo'n publicatie? Zeer! Heel eenvoudig omdat een vakbeweging zonder breed gedragen strategische uitgangspunten stuurloos-los-zand is. En de grootste vakbond, de FNV heeft zich nog allesbehalve hersteld van de bijna-implosie in 2012.

Wie zijn oor even te luisteren legt binnen de FNV, krijgt de meest uiteenlopende en tegenstrijdige opvattingen te horen, over de samenleving en over de rol, prioriteiten en werkwijze van de vakbeweging.

Dat wekt twijfel over nut en toegevoegde waarde van de bundel. Ondanks artikelen waar ik een 'warm gevoel' bij krijg. Dat zijn dan niet alleen de artikelen van Oudenampsen en Hollanders, maar ook dat van Mirjam de Rijk, 'Vijf suggesties voor een sterke vakbeweging' en zeker ook het slotartikel van Paul de Beer, 'De noodzaak van wetenschappelijk onderzoek naar de vakbeweging'. Dat laatste stuk had, met een andere titel, uitstekend als 'aftrap', helemaal voorin de bundel, kunnen dienen!
Maar alles bij elkaar laat 'Positie en strategie van de vakbeweging’ vooral een onevenwichtige en 'onaffe' indruk achter. Titel en inhoud lijken niet echt met elkaar te 'matchen', ook door de breed uitwaaierende onderwerpen. Waarom juist díe gekozen zijn blijft duister.

Het zou kunnen dat het beperkte 'voortraject', een conferentie en enkele 'werkgroepbijeenkomsten' hier mede debet aan zijn. Saskia Boumans spreekt van een 'geanimeerde discussie de laatste jaren'. Toch lijkt die discussie, voor zover al gevoerd, tot weinig verdieping, laat staan tot een gedeelde analyse en visie te hebben geleid. Typerend is het ruim anderhalf jaar oude artikel van Roel Berghuis. Ongewijzigd geplaatst.
Ik acht de meerwaarde van de bundel 'Positie en strategie vakbeweging' voor het denken over de strategie dan ook uiterst beperkt. Het geheel had misschien als voorzet voor onderzoek kunnen dienen, maar niet als oogst na anderhalf jaar stilte.

(Te) hoog gespannen verwachtingen over gedegen sociaalwetenschappelijk en historisch onderzoek naar  vakbondsstrategie, zouden wel eens de verklaring kunnen zijn voor mijn teleurstelling. Persoonlijke conclusie: deze bundel, niet in het minst door het wetenschappelijke 'etiket' op de omslag, scoort - for what it's worth - bij mij een onvoldoende.
Resteert als advies: snel en grondig aan de slag met de eind 2016 geformuleerde 'onderzoeksagenda'!

Gemengde gevoelens



Na lezing van ‘Positie en strategie vakbeweging’ resteren gemengde gevoelens. De bundel gaat sterk van start. Merijn Oudenampsen ('Een stille revolutie? Neoliberalisme in de polder') en David Hollanders ('Vakbond: slachtoffer én drager van financialisering pensioendomein'), hebben degelijke, goed onderbouwde artikelen geschreven. In potentie een stevige basis voor verdere reflectie op en onderzoek naar de reactie van de vakbeweging op de 'neoliberale draai'. Maar die reflectie komt in het vervolg niet echt van de grond. Het is allemaal te gefragmenteerd, er zijn teveel 'snelle schetsen', teveel onafgemaakte enerzijds-anderzijds overwegingen. Er is teveel gladgestreken 'geschiedschrijving' en de 'eternal triangle' van Richard Hyman,  een theoretisch model dat helpt vakbonden te positioneren  in het spanningsveld tussen markt ('vakbond alleen voor vakbondsleden'), klasse ('vakbond tegen het kapitaal') en maatschappij ('vakbond voor het algemeen belang'), lijkt meer corset dan verklaringsmodel.



Een alternatieve aanzet tot analyse


Bovenstaand 'oordeel' is niet onderbouwd, zult u zeggen. Dat klopt. Kritiek formuleren, onderbouwen, daar niet in blijven 'hangen', maar ook ingrediënten aandragen voor nadere analyse…dat lukt niet in een blogje. En dat vraagt tijd.

De publicatie ‘Positie en strategie vakbeweging’ heeft me geprikkeld om zelf ingrediënten aan te dragen voor nadere analyse  van positie en strategie van de vakbeweging.
Het resultaat na 6 maanden is meer dan een blog: het  is uitgegroeid tot een complete webpublicatie.  Aanvankelijk onder de titel: “De vakbeweging: Strategienotities”, in de meest recente versie omgedoopt tot  'Vakbond en neoliberalisme'  

Wat valt daar te lezen? Een analyse van het 'Akkoord van Wassenaar' uit 1982. Voor heel wat mensen het voornaamste succes van de vakbeweging in de afgelopen tientallen jaren. En ook nog eens de lanceerbasis van het begrip poldermodel. Vaker geanalyseerd, en toch nog steeds omstreden: was het nou goed, of juist niet, dat akkoord? Aansluitend op de analyse van Oudenampsen in de bundel Positie en Strategie Vakbeweging', besteed  ik  in 'Vakbeweging en neoliberalisme' aandacht aan de vervolgvraag: hoe reageerde de FNV op die 'neoliberale draai'? Daarna gaan enkele 'vakbondsdilemma's', zoals het  'Angelsaksisch of Rijnlands model' en 'brede of smalle vakbeweging' onder het vergrootglas. Ook de 'eternal triangle' van Richard Hyman wordt belicht.


Tien voorzetten 


In  'Vakbeweging en neoliberalisme' beperk ik me niet tot een kritische analyse, maar staan ook een reeks strategische voorzetten. Onderstaande 'top 10' acht ik van wezenlijk belang voor strategie en toekomstperspectief van met name de FNV. 
Een dergelijke top 10 doet in zijn beknoptheid qualitate qua slechts beperkt recht aan de webpublicatie 'Vakbeweging en neoliberalisme'.  Alleen daar is 'het hele verhaal' terug te lezen.  
1.    Verbind een gedegen wetenschappelijke analyse van economische en maatschappelijke ontwikkelingen met reflectie op de wijze waarop de vakbeweging zich hierin positioneert.
2.    Betrek vakbewegingsmensen bij deze analyse en reflectie, en dan niet alleen van de FNV, zonder afbreuk te doen aan wetenschappelijke onafhankelijkheid, niveau en samenhang. Zo'n betrokkenheid helpt het onderzoek, maar vooral ook  het doen 'landen' van inzichten en conclusies binnen de vakbeweging zelf.
3.    Durf afstand te nemen van traditionele sociaaleconomische opvattingen, waarin economische groei en werkgelegenheid tot nauwelijks ter discussie  staande  dogma's zijn verheven.
4.     Evalueer en herijk van de positie van de vakbeweging in de polder. Nog steeds is er een te eenzijdige vakbewegingsfocus op overleg  werkgevers en overheid. Daarmee wordt - Windmuller constateerde het 50 jaar geleden al  - de positie van 'het instituut' als zodanig van groter gewicht dan de belangen die de vakbeweging vertegenwoordigt. Intussen kalft het machtsfundament van de vakbeweging in  de polder steeds verder af.
5.    Kies resoluut voor versteviging van de vakbond op de werkvloer. Investeer in de verbinding tussen vakbeweging en ondernemingsraad. Neem 'activerend vakbondswerk' als uitgangspunt, en neem afstand van de zaakwaarnemersbenadering.
6.    Breek met de eenzijdige gerichtheid op 'arbeid en inkomen'. Een vakbeweging die meer wil dan de schade beperken of repareren, wanneer werknemersbelangen worden  bedreigd, zal de fundamentele oorzaken van die bedreiging moeten durven aanpakken. Die oorzaken liggen vaak buiten de directe sfeer van arbeid en inkomen, in eigendoms- en machtsverhoudingen en in de belangentegenstellingen die daaruit voortvloeien.
Een vakbeweging die zowel de directe als de lange termijnbelangen van werkenden serieus neemt, ontkomt niet aan een meeromvattende bemoeienis met maatschappelijke problemen dan alleen op hun gevolgen voor arbeid en inkomen.
7.    Beëindig de defensieve, reactieve en op aanpassing gerichte denk- en werkwijze van de voorbije decennia. Maak de (niet eenvoudige) draai naar  een offensief en pro-actief vakbondsconcept. Agendasettend, een tegenmacht tegen scheefgroeiende maatschappelijke verhoudingen,  in plaats van zich daar vooral aan te conformeren.
8.    Debatteer over inhoud en proces. Te vaak worden verschillen van inzicht binnen de vakbeweging vertaald in discussies over structuur, in een gevecht om posities en financiën.
9.    Pers de vakbeweging niet binnen sjablonen. Of dat nu de 'eternal triangle' van Hyman, de 'logica van het lidmaatschap' tegenover de 'logica van de invloed', een 'duaal' of 'politiek' systeem van arbeidsverhoudingen is: de vakbeweging geforceerd binnen de contouren van een model persen, leidt tot niets, en maakt de discussie over een model tot doel op zich.
10. Streef naar herstel van inspirerend en doelgericht leiderschap. Hoewel na de fusie in 2015 de FNV duidelijk beweegt naar meer centralisme, naar een sterkere top-down gerichtheid, staat dit niet gelijk aan sterk leiderschap. Integendeel: de FNV, en ik beperk me bewust tot de FNV, is zelden zo volslagen stuur- en richtingloos geweest als in de jaren na 2015. Zo mogelijk nog erger is het 'wegkijken' van de problemen tot op de hoogste niveaus. Het gevoel van urgentie, waardoor de vakbeweging er in eerdere periodes in slaagde het tij te keren, ontbreekt nagenoeg. 

Deze Blog is vooral bedoeld als prikkel om beide documenten, Positie en strategie vakbeweging’ en  'Vakbond en neoliberalisme' te lezen. Dat wordt in beide gevallen géén kwestie van snel een A4tje diagonaal scannen'. Je moet er even voor gaan zitten. 
Daarom zijn, voor hen die geen tijd en/of zin hebben, of die zich alleen in bepaalde deelonderwerpen willen verdiepen, de afzonderlijke hoofdstukken van de oorspronkelijke 'Strategienotities' ook als aparte pdf-documenten te lezen.