Gewijzigde blog . Vervangt 'De vakbeweging: strategienotities' uit oktober 2018
Direct naar de webpublicatie: 'Vakbond en
neoliberalisme' ? Klik hier
Ik zag uit naar de publicatie ‘Positie en strategie vakbeweging’. Een boekje, bestaande uit dertien artikelen, inleidingen en discussiebijdragen. Uitgegeven door het Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging, de Burcht. De bundel is het product van de conferentie ‘Wetenschap en vakbeweging’ in november 2016, en van enkele vervolgbijeenkomsten.
Hoe relevant is zo'n publicatie? Zeer! Heel eenvoudig omdat een vakbeweging zonder breed gedragen strategische uitgangspunten stuurloos-los-zand is. En de grootste vakbond, de FNV heeft zich nog allesbehalve hersteld van de bijna-implosie in 2012.
Hoe relevant is zo'n publicatie? Zeer! Heel eenvoudig omdat een vakbeweging zonder breed gedragen strategische uitgangspunten stuurloos-los-zand is. En de grootste vakbond, de FNV heeft zich nog allesbehalve hersteld van de bijna-implosie in 2012.
Wie zijn oor even te luisteren legt binnen de FNV, krijgt de meest uiteenlopende en tegenstrijdige opvattingen te horen, over de samenleving en over de rol, prioriteiten en werkwijze van de vakbeweging.
Dat wekt twijfel over nut en toegevoegde waarde van de
bundel. Ondanks artikelen waar ik een 'warm gevoel' bij krijg. Dat zijn dan
niet alleen de artikelen van Oudenampsen en Hollanders, maar ook dat van Mirjam
de Rijk, 'Vijf suggesties voor een sterke vakbeweging' en
zeker ook het slotartikel van Paul de Beer, 'De noodzaak van
wetenschappelijk onderzoek naar de vakbeweging'. Dat laatste stuk had, met
een andere titel, uitstekend als 'aftrap', helemaal voorin de bundel, kunnen
dienen!
Maar alles bij elkaar laat 'Positie en strategie van de vakbeweging’ vooral een onevenwichtige en 'onaffe' indruk achter. Titel en inhoud lijken niet echt met elkaar te 'matchen', ook door de breed uitwaaierende onderwerpen. Waarom juist díe gekozen zijn blijft duister.
Maar alles bij elkaar laat 'Positie en strategie van de vakbeweging’ vooral een onevenwichtige en 'onaffe' indruk achter. Titel en inhoud lijken niet echt met elkaar te 'matchen', ook door de breed uitwaaierende onderwerpen. Waarom juist díe gekozen zijn blijft duister.
Het zou kunnen dat het beperkte 'voortraject', een
conferentie en enkele 'werkgroepbijeenkomsten' hier mede debet aan zijn. Saskia
Boumans spreekt van een 'geanimeerde discussie de laatste jaren'. Toch lijkt
die discussie, voor zover al gevoerd, tot weinig verdieping, laat staan tot een
gedeelde analyse en visie te hebben geleid. Typerend is het ruim anderhalf jaar
oude artikel van Roel Berghuis. Ongewijzigd geplaatst.
Ik acht de meerwaarde van de bundel 'Positie en strategie vakbeweging' voor het denken over de strategie dan ook uiterst beperkt. Het geheel had misschien als voorzet voor onderzoek kunnen dienen, maar niet als oogst na anderhalf jaar stilte.
(Te) hoog gespannen verwachtingen over gedegen sociaalwetenschappelijk en historisch onderzoek naar vakbondsstrategie, zouden wel eens de verklaring kunnen zijn voor mijn teleurstelling. Persoonlijke conclusie: deze bundel, niet in het minst door het wetenschappelijke 'etiket' op de omslag, scoort - for what it's worth - bij mij een onvoldoende.
Resteert als advies: snel en grondig aan de slag met de eind 2016 geformuleerde 'onderzoeksagenda'!
Ik acht de meerwaarde van de bundel 'Positie en strategie vakbeweging' voor het denken over de strategie dan ook uiterst beperkt. Het geheel had misschien als voorzet voor onderzoek kunnen dienen, maar niet als oogst na anderhalf jaar stilte.
(Te) hoog gespannen verwachtingen over gedegen sociaalwetenschappelijk en historisch onderzoek naar vakbondsstrategie, zouden wel eens de verklaring kunnen zijn voor mijn teleurstelling. Persoonlijke conclusie: deze bundel, niet in het minst door het wetenschappelijke 'etiket' op de omslag, scoort - for what it's worth - bij mij een onvoldoende.
Resteert als advies: snel en grondig aan de slag met de eind 2016 geformuleerde 'onderzoeksagenda'!
Gemengde gevoelens
Na lezing van ‘Positie en strategie vakbeweging’ resteren gemengde gevoelens. De bundel gaat sterk van start. Merijn Oudenampsen ('Een stille revolutie? Neoliberalisme in de polder') en David Hollanders ('Vakbond: slachtoffer én drager van financialisering pensioendomein'), hebben degelijke, goed onderbouwde artikelen geschreven. In potentie een stevige basis voor verdere reflectie op en onderzoek naar de reactie van de vakbeweging op de 'neoliberale draai'. Maar die reflectie komt in het vervolg niet echt van de grond. Het is allemaal te gefragmenteerd, er zijn teveel 'snelle schetsen', teveel onafgemaakte enerzijds-anderzijds overwegingen. Er is teveel gladgestreken 'geschiedschrijving' en de 'eternal triangle' van Richard Hyman, een theoretisch model dat helpt vakbonden te positioneren in het spanningsveld tussen markt ('vakbond alleen voor vakbondsleden'), klasse ('vakbond tegen het kapitaal') en maatschappij ('vakbond voor het algemeen belang'), lijkt meer corset dan verklaringsmodel.
Een alternatieve aanzet tot analyse
De publicatie ‘Positie en strategie vakbeweging’ heeft me geprikkeld om zelf ingrediënten aan te dragen voor nadere analyse van positie en strategie van de vakbeweging.
Het resultaat na 6 maanden is meer dan een blog: het is uitgegroeid tot een complete webpublicatie. Aanvankelijk onder de titel: “De vakbeweging: Strategienotities”, in de meest recente versie omgedoopt tot 'Vakbond en neoliberalisme'
Wat valt daar te lezen? Een analyse van het 'Akkoord van Wassenaar' uit 1982. Voor heel wat mensen het voornaamste succes van de vakbeweging in de afgelopen tientallen jaren. En ook nog eens de lanceerbasis van het begrip poldermodel. Vaker geanalyseerd, en toch nog steeds omstreden: was het nou goed, of juist niet, dat akkoord? Aansluitend op de analyse van Oudenampsen in de bundel Positie en Strategie Vakbeweging', besteed ik in 'Vakbeweging en neoliberalisme' aandacht aan de vervolgvraag: hoe reageerde de FNV op die 'neoliberale draai'? Daarna gaan enkele 'vakbondsdilemma's', zoals het 'Angelsaksisch of Rijnlands model' en 'brede of smalle vakbeweging' onder het vergrootglas. Ook de 'eternal triangle' van Richard Hyman wordt belicht.
Het resultaat na 6 maanden is meer dan een blog: het is uitgegroeid tot een complete webpublicatie. Aanvankelijk onder de titel: “De vakbeweging: Strategienotities”, in de meest recente versie omgedoopt tot 'Vakbond en neoliberalisme'
Wat valt daar te lezen? Een analyse van het 'Akkoord van Wassenaar' uit 1982. Voor heel wat mensen het voornaamste succes van de vakbeweging in de afgelopen tientallen jaren. En ook nog eens de lanceerbasis van het begrip poldermodel. Vaker geanalyseerd, en toch nog steeds omstreden: was het nou goed, of juist niet, dat akkoord? Aansluitend op de analyse van Oudenampsen in de bundel Positie en Strategie Vakbeweging', besteed ik in 'Vakbeweging en neoliberalisme' aandacht aan de vervolgvraag: hoe reageerde de FNV op die 'neoliberale draai'? Daarna gaan enkele 'vakbondsdilemma's', zoals het 'Angelsaksisch of Rijnlands model' en 'brede of smalle vakbeweging' onder het vergrootglas. Ook de 'eternal triangle' van Richard Hyman wordt belicht.
Tien voorzetten
In 'Vakbeweging en neoliberalisme' beperk ik
me niet tot een kritische analyse, maar staan ook een reeks strategische voorzetten.
Onderstaande 'top 10' acht ik van wezenlijk belang voor strategie en
toekomstperspectief van met name de FNV.
Een dergelijke top 10 doet in zijn beknoptheid qualitate qua slechts beperkt recht aan de webpublicatie 'Vakbeweging en neoliberalisme'. Alleen daar is 'het hele verhaal' terug te lezen.
Een dergelijke top 10 doet in zijn beknoptheid qualitate qua slechts beperkt recht aan de webpublicatie 'Vakbeweging en neoliberalisme'. Alleen daar is 'het hele verhaal' terug te lezen.
1. Verbind
een gedegen wetenschappelijke analyse van economische en maatschappelijke
ontwikkelingen met reflectie op de wijze waarop de vakbeweging zich hierin
positioneert.
2. Betrek
vakbewegingsmensen bij deze analyse en reflectie, en dan niet alleen van de
FNV, zonder afbreuk te doen aan wetenschappelijke onafhankelijkheid, niveau en
samenhang. Zo'n betrokkenheid helpt het onderzoek, maar vooral ook het doen 'landen' van inzichten en conclusies
binnen de vakbeweging zelf.
3. Durf afstand te nemen van traditionele sociaaleconomische
opvattingen, waarin economische groei en werkgelegenheid tot nauwelijks ter
discussie staande dogma's zijn verheven.
4. Evalueer
en herijk van de positie van de vakbeweging in de polder. Nog steeds is er
een te eenzijdige vakbewegingsfocus op overleg werkgevers en overheid. Daarmee wordt -
Windmuller constateerde het 50 jaar geleden al
- de positie van 'het instituut' als zodanig van groter gewicht dan de
belangen die de vakbeweging vertegenwoordigt. Intussen kalft het
machtsfundament van de vakbeweging in de
polder steeds verder af.
5. Kies resoluut
voor versteviging van de vakbond op de werkvloer. Investeer in de verbinding
tussen vakbeweging en ondernemingsraad. Neem 'activerend vakbondswerk' als
uitgangspunt, en neem afstand van de zaakwaarnemersbenadering.
6. Breek
met de eenzijdige gerichtheid op 'arbeid en inkomen'. Een vakbeweging die meer
wil dan de schade beperken of repareren, wanneer werknemersbelangen worden bedreigd, zal de fundamentele oorzaken van die
bedreiging moeten durven aanpakken. Die oorzaken liggen vaak buiten de directe
sfeer van arbeid en inkomen, in eigendoms- en machtsverhoudingen en in de
belangentegenstellingen die daaruit voortvloeien.
Een vakbeweging die zowel de directe als de lange termijnbelangen van werkenden serieus neemt, ontkomt niet aan een meeromvattende bemoeienis met maatschappelijke problemen dan alleen op hun gevolgen voor arbeid en inkomen.
Een vakbeweging die zowel de directe als de lange termijnbelangen van werkenden serieus neemt, ontkomt niet aan een meeromvattende bemoeienis met maatschappelijke problemen dan alleen op hun gevolgen voor arbeid en inkomen.
7. Beëindig de
defensieve, reactieve en op aanpassing gerichte denk- en werkwijze van de
voorbije decennia. Maak de (niet eenvoudige) draai naar een offensief en pro-actief vakbondsconcept. Agendasettend,
een tegenmacht tegen scheefgroeiende maatschappelijke verhoudingen, in plaats van zich daar vooral aan te
conformeren.
8. Debatteer
over inhoud en proces. Te vaak worden verschillen van inzicht binnen de
vakbeweging vertaald in discussies over structuur, in een gevecht om posities
en financiën.
9. Pers
de vakbeweging niet binnen sjablonen. Of dat nu de 'eternal triangle' van
Hyman, de 'logica van het lidmaatschap' tegenover de 'logica van de invloed',
een 'duaal' of 'politiek' systeem van arbeidsverhoudingen is: de vakbeweging
geforceerd binnen de contouren van een model persen, leidt tot niets, en maakt
de discussie over een model tot doel op zich.
10. Streef
naar herstel van inspirerend en doelgericht leiderschap. Hoewel na de fusie in
2015 de FNV duidelijk beweegt naar meer centralisme, naar een sterkere top-down
gerichtheid, staat dit niet gelijk aan sterk leiderschap. Integendeel: de FNV,
en ik beperk me bewust tot de FNV, is zelden zo volslagen stuur- en
richtingloos geweest als in de jaren na 2015. Zo mogelijk nog erger is het
'wegkijken' van de problemen tot op de hoogste niveaus. Het gevoel van
urgentie, waardoor de vakbeweging er in eerdere periodes in slaagde het tij te
keren, ontbreekt nagenoeg.
Deze Blog is vooral bedoeld als prikkel om beide documenten, ‘Positie en strategie vakbeweging’ en 'Vakbond en neoliberalisme' te lezen. Dat wordt in beide gevallen géén kwestie van snel een A4tje diagonaal scannen'. Je moet er even voor gaan zitten. Daarom zijn, voor hen die geen tijd en/of zin hebben, of die zich alleen in bepaalde deelonderwerpen willen verdiepen, de afzonderlijke hoofdstukken van de oorspronkelijke 'Strategienotities' ook als aparte pdf-documenten te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten