Méér Europa om marktwerking en macht van multinationals in te dammen
Op maandag 6 mei was ik bij een Europees 'lijsttrekkers'debat van de FNV. Lijsttrekkers tussen aanhalingstekens omdat er maar twee aanwezig waren: Sophie in ’t Veld van D66 en Arnout Hoekstra van de SP. Andere partijen hadden 'lagergeplaatsten' gestuurd: Agnes Jongerius, nummer twee van de PvdA, Jeroen Lenaers, tweede op de lijst van het CDA en Dirk Jan Koch, de nummer vier van GroenLinks.
In totaal vijf mensen, andere partijen mochten,
wilden of konden niet meedoen aan dit debat.
Om misverstanden te voorkomen: het ontbreken
van drie lijsttrekkers deed zeker géén afbreuk aan de inhoudelijke kwaliteit. Integendeel:
heel wat Tweede Kamerleden zouden bij deze Europarlementariërs in de leer
kunnen gaan. Al was het maar omdat zij de moed opbrachten om hun gedachten vrijelijk
uit te spreken, ook al waren die soms Eurokritischer of Europositiever dan de
officiële partijlijn.
Vakbondsissues als
marktwerking, doorgeschoten flexibilisering en het Europese faciliteren van
schijnconstructies komen ruim aan bod. Met name FNVer Edwin Atema, kenner bij
uitstek van het wegvervoer, schetst indringend de rauwe Europese werkelijkheid.
Zonder omhaal stelt hij: de Europese Commissie spreekt mooie woorden, maar wij,
werknemers, en ook het Europese Parlement, worden feitelijk gewoon belazerd.
Ook de aanwezige Europarlementariërs uiten meermalen hun frustratie over een Europese Commissie en een Europese Raad van regeringsleiders die hun eigen Brusselse gang gaan.
Ook de aanwezige Europarlementariërs uiten meermalen hun frustratie over een Europese Commissie en een Europese Raad van regeringsleiders die hun eigen Brusselse gang gaan.
De EU als (neo)liberaal project
Wat wordt
aangestipt, maar onvoldoende benoemd, zijn de achtergronden, om niet te zeggen de oorzaken, van de Europese misstanden.
Bijna veertig jaar na Ronald Reagan en Margaret Thatcher is de Europese Unie een
exponent bij uitstek van neoliberale
marktwerking onder auspiciën van multinationals en financierskapitaal. Dat is
geen recente ontwikkeling, zoals de SP in zijn verkiezingsfolder beweert. Even snuffelend tussen de oude boeken op zolder vind ik een publicatie uit 1976, meer dan 40 jaar geleden. Daar analyseert econoom Arnout Weeda het dominante Europees marktdenken in dienst van multinationals, en de trekkersrol van Nederland[1].
Ongebreideld marktdenken is al vele tientallen jaren een hoeksteen van 'Project
Europa'. Met - laten we dat vooral niet vergeten - Nederland vaak als beste
jongetje van de Europese klas: kampioen
marktwerking, flexibilisering, belastingontwijking en ook nog eens notoire klimaatachterblijver.
Zwaai naar rechts
Maar er is meer. In
Hongarije, Polen en elders zien we een toename van ultraconservatieve, om niet
te zeggen: reactionaire politiek. De EU gaat hier uiterst
omzichtig mee om. Ook dat is gesignaleerd tijdens het lijsttrekkersdebat: waar
Rusland kan rekenen op sancties vanwege de bezetting van de Krim en het dictatoriale
opereren van Poetin, blijft het in het geval van EU-leden Polen en Hongarije
bij een waarschuwende vinger.
Toeval? In een video-interview eind 2018[2] signaleert David Harvey[3] dat de veranderende geopolitieke verhoudingen, de verharding van de concurrentie tussen multinationals, maar ook de toenemende onvrede onder de bevolking, het 'politieke midden' steeds vaker verleiden tot mildheid jegens de extreme nationalistische rechterflank van het politieke spectrum. Al dan niet in combinatie met gedeeltelijke toe-eigening van hun politieke agenda. Gedeeltelijk, want zoals o.a. Rutte duidelijk aangeeft: Europese geopolitieke en militaire belangen zijn niet gediend met Brexit- of Nexit-operaties. Dat gaat ze nét iets te ver.
Toeval? In een video-interview eind 2018[2] signaleert David Harvey[3] dat de veranderende geopolitieke verhoudingen, de verharding van de concurrentie tussen multinationals, maar ook de toenemende onvrede onder de bevolking, het 'politieke midden' steeds vaker verleiden tot mildheid jegens de extreme nationalistische rechterflank van het politieke spectrum. Al dan niet in combinatie met gedeeltelijke toe-eigening van hun politieke agenda. Gedeeltelijk, want zoals o.a. Rutte duidelijk aangeeft: Europese geopolitieke en militaire belangen zijn niet gediend met Brexit- of Nexit-operaties. Dat gaat ze nét iets te ver.
Pas op de plaats...
Al met al genoeg redenen om vooral niet te
ijveren voor een verdere versterking van Europa?
Dan maar - minimaal - een pas op de plaats en een focus op meer bevoegdheden voor Den Haag?
Dan maar - minimaal - een pas op de plaats en een focus op meer bevoegdheden voor Den Haag?
Ik trek die conclusie
niet. Integendeel. En dan niet omdat de geopolitieke ambities van Europa een
boost nodig hebben, zoals het unanieme SER-advies[4]
over Europa suggereert[5],
maar juist door bovenstaande schets van het neoliberale wezen van de huidige EU.
Naïef of tegen beter weten in? De FNV en het SER-advies
over Europa
Vandaag de dag opmerkelijk: zowaar een unaniem SER-advies…en dat nog wel over een controversieel onderwerp als Europa.
De
titel, "Prioriteiten voor een fair
Europa: Samen sterker in een onzekere wereld", lijkt typerend voor de
vakbondsvisie op Europa: samen met de werkgevers de schouders eronder. Het
zegt ook iets over de onwaarachtigheid aan werkgeverszijde, want die weten
wel beter.
De belangentegenstelling tussen
werknemers en werkgevers wordt, voor wat betreft Europa, plechtig ten grave
gedragen, het marktdenken stevig omarmd. "Het
advies stelt vast dat economische vrijheden en sociale rechten op de Interne
Markt hand in hand gaan en dat die gelijkwaardig zijn… omdat nu ook de
Nederlandse werkgevers inzien dat de interne markt eerlijker georganiseerd
kan én moet worden[6]".
Tekenend is de nostalgische typering van de EU in dit SER-advies: "zij staat voor het maatschappijmodel van de sociale markteconomie – dat uitgaat van een breed, inclusief welvaartsbegrip.[7]" Verbazingwekkend in het licht van de neoliberale Eurorealiteit.
Leeft de vakbondsdelegatie
in de SER in een andere wereld, is dit naïef wensdenken, of is het een
krampachtig vasthouden aan de polder, desnoods tegen beter weten in? Wie het
weet mag het zeggen.
|
We zien al vele tientallen jaren dat grote delen van de politieke, sociale en economische besluitvorming zich onttrekt aan nationale grenzen. Dat geldt niet alleen voor 'Brussel' maar vooral voor het trio multinationale ondernemingen, wereldwijd opererende banken en grote beleggers.
Politieke partijen,
werknemers en hun vakorganisaties die onder die omstandigheden vooral 'de
nationale kaart' blijven spelen, primair maatregelen en wetgeving verwachten
uit den Haag[8],
beroven zichzelf van de middelen om een daadwerkelijke tegenmacht te vormen. 'Onze'
KLM' (voor 14,3% van de Franse staat, voor meer dan 16% eigendom van Chinese en
Amerikaanse bedrijven), 'ons' Tatasteel (Indiaas bezit), 'onze' ECT (Chinees),
'ons Unilever'(de nog bestaande Nederlandse beschermingsconstructie tegen overnames
is eind 2017 opgeheven[9]
[10]),
ze zijn al lang niet meer van 'ons'. Dat ze vanuit werknemersoogpunt zelden[11]
of nooit 'van ons', maar van private ondernemers en grote aandeelhouders waren,
laten we voor het gemak even buiten beschouwing.
...of meer Europa?
Anderen over de
EU en de Vakbeweging
Bij
het schrijven van dit stuk heb ik, zoals gezegd, een publicatie van Arnout
Weeda onder het stof vandaan gehaald. Daarbij ontdek ik dat mijn boodschap
'meer Europa in het belang van tegenmacht' onverwacht goed aansluit op zijn
verhaal van 43 jaar eerder[12].
|
Een effectieve
tegenmacht tegen neoliberale marktwerking, tegen ongrijpbare multinationals,
ontembare aandeelhoudersmacht en -graaizucht, strijdend vóór duurzame sociale
rechtvaardigheid en meer democratie, zal zijn pijlen in een andere dan Haagse richting
moeten afvuren, namelijk naar waar de
feitelijke macht en zeggenschap zetelen.
Werknemers en hun vakbonden, en ook werknemersvriendelijke politieke partijen, hebben het tegendeel van een nationale focus nodig. Richt de werknemers- en vakbondsinzet op eendrachtig en gezamenlijk optreden over de grenzen heen, en op een gezamenlijk 'Europees vakbondsprogramma'.
Alleen zo is de 'race naar beneden', antisociaal wezenskenmerk van de EU in zijn huidige gedaante, te stoppen. En alleen zo kan de weg naar een ander, socialer Europa succesvol zijn.
'Meer Europa', stoelend
op werknemerskracht en werknemersinitiatief, genereert daarvoor een betere
uitgangspositie dan een pas op de plaats of benepen terugtrekken achter
nationale grenzen. Vandaar de titel bovenaan dit stuk…
(voor pdf-versie: klik hier)
(voor pdf-versie: klik hier)
[1] Arnout
Weeda, 'De Europese sanering'- Sjaloom Odijk 1976 - blz 17-18: "Niet
toevallig werd het idee van een gemeenschappelijke markt zonder
handelsbarrières juist door Nederland zo op de voorgrond geplaatst…En even verderop: "De druk van het internationale bedrijfsleven was nu eenmaal niet
meer te weerstaan"
[3] sociaal-geograaf
en hoogleraar aan de City University of New York. Schrijver van het boek
"A brief history of neoliberalism" (2005) Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/David_Harvey
[4] SER-advies
12 april 2019 "Prioriteiten voor een fair Europa: Samen
sterker in een onzekere wereld" - zie https://www.ser.nl/nl/Publicaties/fair-europa
[5] "De Europese landen moeten hiervoor krachtiger samenwerken. De
machtsveranderingen in de wereld maken dat noodzakelijk" staat er op de webpagina van de SER. De geopolitieke
omschrijving 'machtsveranderingen in de
wereld' komt in het SER-advies zelf als zodanig niet voor.
[6] Extra FNV-EU-Nieuwsbrief
over het Europees lijsttrekkersdebat
[7]
SER-advies (digitale pdf-versie) blz. 4
[8] of,
afhankelijk van de nationaliteit: Parijs, Berlijn, Rome enz.
[10] over de invloed van Britse shareholders
hoeven we sinds het besluit om het hoofdkantoor NIET naar Rotterdam te
verplaatsen weinig meer te zeggen
[11] Hoogovens en KLM hadden of hebben te maken
met overheidsdeelname, wat tot op zekere hoogte als 'van ons' kan worden gezien
[12] Weeda,
blz.49-50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten