maandag 9 november 2020

Vakbond versterken op de werkvloer? Maak die keuze!

(klik hier voor de pdf-versie van deze tekst)

Ruim een half jaar geleden heb ik een artikel over 'activerend vakbondswerk' geschreven. Dat was - is - bedoeld voor plaatsing in een bundel van 'De Burcht' (1), het Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging, in Amsterdam. De bundel in kwestie wacht op het moment dat ik dit schrijf (9 november 2020) nog op publicatie, dus daarover valt inhoudelijk nog niets te zeggen. Toch prikkelt alleen al de titel, 'Vakbond en werkvloer, op weg naar nieuwe relaties', tot nadenken. 

Het thema zelf is bepaald niet nieuw. In Nederland is de relatie tussen 'vakbond' en 'werkvloer', zeker sinds de jaren '60 van de vorige eeuw, wel vaker onderwerp van discussie geweest, en in beperkte mate ook van onderzoek. Ook buiten de vakbondswereld is het 'bedrijvenwerk' bekend, dat midden jaren '60 vorm krijgt, en dat in een aantal bedrijven en instellingen nog steeds bestaat.

Toch is de positie van de Nederlandse vakbeweging op de werkvloer zwak, en hij lijkt er sinds de eeuwwisseling niet sterker op geworden. 

Bij de FNV wordt al vele jaren gezocht naar de route om het tij van dalende organisatiegraad, vergrijzing en tanende invloed te keren. Ondanks enkele, meestal tijdelijke, successen is dat nog niet gelukt. Integendeel: de hoop die velen na 2012 koesterden, 'van bond naar beweging', is verdampt. Een onduidelijk profiel, interne conflicten, krimp, reorganisatie, bezuinigingen, en niet in het minst: tal van verschillende, vaak tegenstrijdige (beleids)visies, bepalen heden ten dage het beeld.

De Nederlandse vakbeweging is de gevangene van zichzelf geworden, maar een gevoel van urgentie om zich door ingrijpende strategische keuzes daaraan te ontworstelen lijkt afwezig, ook in de recente discussie rond de nota 'FNV Toekomstvast' (2).
Toch is de tijd van vrijblijvend filosoferen (al heel lang) voorbij. Dat geldt zeker voor het denken over de relatie tussen vakbond en werkvloer: onderzoek, evaluatie en discussie moeten leiden tot duidelijke en goed gefundeerde keuzes. Het is te hopen dat de binnenkort verschijnende bundel van de Burcht hieraan substantiële impulsen weet te geven.

Fors investeren in zichtbare, dynamische en blijvende vakbondsaanwezigheid in de dagelijkse werkomgeving kan de deuren naar herstel helpen openen. Maar wie de leiding van de FNV hierover aanspreekt, bemerkt aarzeling, nu én vroeger. Die aarzeling, weerstand is misschien een beter woord, wordt verpakt in ontwijkende uitspraken om de draai naar de werkvloer vooral maar niet te hoeven maken. Van we hebben toch goede verbindingen met onze leden langs allerlei wegen, zoals het Hoofdbestuur van FNV Bondgenoten deed op het congres van 2004 (3) , tot de werkvloer van nu is niet te vergelijken met die van 1980 uit de mond van het Dagelijks Bestuur van de FNV in 2019 (4).

Het kán anders. Kijk naar de AbvaKabo FNV rond 2012, kijk naar vakbondbestuurders en kaderleden die in het eigen werkgebied de vakbondspositie op de werkvloer proberen te verstevigen, of naar de intenties van de organizingcampagnes en naar inhoud en richting van de FNV kaderopleiding.
Maar om nu te zeggen dat die gezichtsbepalend zijn voor de FNV van 2020...nee.

Hieronder heb ik een poging gewaagd enkele onderzoeks- en gespreksingrediënten te benoemen die naar mijn mening onmisbaar zijn voor een solide keuze om vol in te zetten op versterking van de vakbondsfundamenten in de dagelijkse arbeidssituatie, jawel: op de werkvloer.

In de uitgebreide webversie van mijn artikel over activerend vakbondswerk·, in een eerder geschreven webartikel over vakbond en werkvloer(5) , en in enkele teksten over vakbond en neoliberalisme (6), heb ik gepoogd ook wat meer inhoudelijke voorzetten te geven.
Dat alles vanuit de hoop (nee, niet de verwachting) dat sommige ‘denklijnen’ in die stukken wellicht enige impact op inhoud en richting van onderzoek en debat over de versterking van het vakbondswerk in de onderneming kunnen hebben.
 

Vakbond en werkvloer: enkele onmisbare ingrediënten voor een duidelijke koersbepaling 

1.      Veranderingen (met name na 1980) in positie (machts)verhoudingen en belangen in bedrijfsleven/ bedrijven, op de arbeidsmarkt en in de rol van de overheid, ook in internationaal perspectief.

2.      De wijze waarop de vakbeweging maatschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen heeft geduid, hierop heeft ingespeeld (reactief), of (mee) de agenda heeft bepaald (proactief).

3.      Maatschappijvisie en de maatschappelijke positionering van de vakbeweging binnen de arbeidsverhoudingen. Waar, wanneer, bij wie ligt een accent op gemeenschappelijk belang (sociaal partnerschap, ‘medemacht’), dan wel op belangenverschillen en -tegenstellingen ('tegenmacht’)?

4.      De impact van het type vakbeweging (‘modern’ conform de ideeën van Henri Polak, of anders) op keuzes ‘voor of tegen’ de werkvloer.

5.      Vakbondswerk in de onderneming: een gedegen historische analyse, inclusief veel aandacht voor de jaren 2000-2020. Niet alleen bij 'smaakmaker' FNV, maar ook van bij NKV, CNV en MHP/VCP aangesloten bonden (7), en bij categorale organisaties.

6.      De relatie tussen vakbond en medezeggenschap (OR, PVT). Op de werkvloer komen ze elkaar tegen…of juist niet (living apart together?)

7.      De impact van inhoudelijke zwaartepunten op de zichtbaarheid in de onderneming. Is de vakbeweging vooral cao-, werkgelegenheids- en pensioenmachine of gericht op arbeid en inkomen over de volle breedte: kwaliteit van de arbeid, gedefinieerd als de 'vier dimensies van de arbeidssituatie' (8)

8.      De impact van zichtbaarheid en herkenbaarheid op de werkvloer op ledental, organisatiegraad en representativiteit.

9.      De afstand tussen vakbondsleiding en vakbondsleden in relatie tot ‘institutionalisering’, landelijk, sectoraal én op het niveau van de onderneming (9). 

Bij alle 9 punten moeten (ook) beleid en visie (1), de feitelijke (vakbonds)praktijk (2) en de balans (resultaten, leerpunten) (3) - aan de orde komen.

 

 

 

 

VOETNOTEN

(1) Uitgave was gepland in juni 2020. Houd https://www.deburcht.nl/wetenschappelijk-bureau in de gaten!

(2) Op 13 oktober nam ik deel aan een van de webinars hierover; de nota zou bij het FNV Ledenparlement liggen, maar verder is het mij tot op heden niet gelukt meer aan de weet te komen

(3) Webversie van 'Activerendvakbondswerk en de werkvloer', blz.20

(4) Idem, de tekst bovenaan blz. 22 is gebaseerd op uitspraken van Zakaria Boufangacha tijdens de jubileumbijeenkomst van de VHV in november 2018

(8) Arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud

(9) De afstand tussen werknemers enerzijds en (geïnstitutionaliseerde) vakbondskaderleden en OR-leden anderzijds.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten